Slimmer met Regelgeving

Onze volksvertegenwoordiging constateert: een wetsvertaling is nodig voor zicht op de digitale uitvoering

Voor de uitvoering van wetten wordt steeds meer gebruik gemaakt van digitalisering. We kunnen dan ook spreken van een “digitale rechtstaat”. De commissie digitale zaken van de 2e kamer heeft hier onderzoek naar gedaan, en constateert: “de Kamer heeft te weinig zicht op digitale uitvoering van wetten door ontbreken van een wetsvertaling“. De commissie biedt een digitale toets om de kamer alert te maken op de vraagstukken die bij digitale uitvoering van wetten spelen.

De digitale rechtstaat is één van de onderwerpen op de agenda van de commissie digitale zaken. In hun eindverslag schrijven ze dat de Kamer te weinig zicht heeft op digitale uitvoering van wetten door ontbreken van een wetsvertaling. In de vorm van een digitale toets gaan zij in op de vragen die de Kamer zich zou moeten stellen op het moment dat sprake is van digitale uitvoering van wetgeving. De digitale toets is in een handzaam formaat beschikbaar.

De commissie heeft dit onderwerp met zorg behandeld. Eerder schreven we al over de factsheets die de commissie heeft laten opstellen vanuit de samenwerking tussen Parlement & Wetenschap. Daarnaast heeft de commissie een technische briefing over dit onderwerp met de betreffende experts gehouden. Een aanrader om terug te kijken! Ook heeft de commissie wetenschap genomen van eerdere aanbevelingen van de Raad van State voor wetgeving en digitalisering.

De belangrijkste constatering van de commissie is dat digitalisering onmisbaar is voor de overheid vanwege de grote schaal waarop de overheid handelt. Om deze digitalisering mogelijk te maken moet (menselijke) taal van wetten – inclusief daarin voorkomende compromissen, open normen, ambiguïteiten, vaagheden en tegenstrijdigheden – omgezet worden naar gedetailleerde computercode (als…dan-regels, ofwel algoritmes). In dat proces moeten soms ingrijpende keuzes worden gemaakt. En daarin zit de crux: die vertaalslag, of wetsinterpretatie, wordt veelal gedaan door ontwikkelaars van de benodigde ICT-systemen. Die keuzes worden vaak onvoldoende gespecificeerd, geëxpliciteerd, systematisch vastgelegd en verantwoord. Laat staan dat de Staten-Generaal of andere controleurs over die keuzes kunnen meedenken, die keuzes kunnen beoordelen, democratisch kunnen legitimeren of desgewenst veranderen.

Bij wetgeving die (volledig) wordt uitgevoerd door mensen, berust deze uitvoering bij ambtenaren: gezagdragers die een eed hebben afgelegd en die bekend en geschoold zijn in de taak die zijn uitvoeren, vaak na lange jaren van studie of opdoen van ervaring onder begeleiding van collega’s. Er zijn processen ingericht die er op toezien dat moeilijke gevallen worden onderkend en dat deze op een adequate wijze worden behandeld.

Ook bij het realiseren van ICT-systemen voor de digitale uitvoering is sprake van een groot aantal beproefde kwaliteitsinstrumenten. De ICT discipline is een volwassen vakgebied waarin methoden als agile werken, codekwaliteitscontrole, geautomatiseerde testmethoden en DevOps inmiddels gemeengoed zijn. Echter, deze kwaliteitsinstrumenten zijn niet gericht op de vertaalslag van wet naar code. Deze kwaliteitsinstrumenten zijn vooral bedoeld om de ICT leverancier de garantie te geven dat zij de specificaties van de opdrachtgever correct heeft vertaalt naar code. Maar wie garandeert dat deze specificaties van de opdrachtgever correct zijn? Deze specificaties zijn vrijwel nooit een directe, herleidbare vertaling van de wet, maar zijn juist opgesteld in de taal van de ICT leverancier.

Meerdere uitvoeringsorganisaties onderkennen inmiddels de lacune en zijn bezig om het gat te dichten door kwaliteitsinstrumenten te ontwikkelen die wel gericht zijn op de vertaling van wet naar code en daarbij traceerbaar vast te leggen hoe deze relatie wordt vormgegeven. De commissie digitale zaken merkt terecht op dat dit niet alleen een taak is van de uitvoeringsorganisaties, maar dat de kamer hierin zelf ook een belangrijke rol heeft! In haar rol als mede-wetgever en in haar rol als controleur op de uitvoering.

Wij kunnen hier dan ook alleen maar zeggen: applaus! Met dit rapport heeft de commissie laten zien dat zij beseft wat er op het spel staat en wij hopen dan ook dat de conclusies uit dit rapport zwaar zullen wegen en nadrukkelijk worden gelezen en meegenomen door toekomstige kamerleden en regeringen.

Zie voor het gehele rapport: kamerstukken, eindverslag over de digitale rechtstaat, juni 2025.

Marco Brattinga

Voeg opmerking toe