Slimmer met regelgeving is een burgerinitiatief van mensen zoals u en ik.
Ons doel: dat wetten en regels begrijpelijk zijn voor ons allemaal. Om dit te bereiken verbinden wij op persoonlijke titel zoveel mogelijk professionele kennis, vrij voor eenieder om te gebruiken. Waar elke Nederlander wordt geacht de wet te kennen zeggen wij: “dat elke Nederlander in begrijpelijke taal kennis moet kunnen nemen van de op hem of haar van toepassing zijnde wetten en regels.”
Maar waarom is dit nu zo belangrijk? Waarom hebben we eigenlijk al die regels? Wat zeggen die over ons dagelijks leven? En kan ik dat weten en begrijpen? Dit zijn vragen waar in dit artikel aandacht aan wordt besteed. In gewone taal.
Onze rechtsstaat
Om een antwoord te vinden op onze vragen is het goed om te weten waarom wij wetten en regels hebben. Nederland is een rechtsstaat; maar wat is dat? In een rechtsstaat genieten burgers bescherming van hun rechten en vrijheden. Tegenover elkaar en tegenover de overheid. Dit laatste is belangrijk, want de overheid heeft veel macht. En deze macht kan tegen burgers worden gebruikt. Om deze macht in balans te houden, kennen we in een rechtsstaat vier belangrijke beginselen: grondrechten voor burgers, scheiding van de macht, het zogenoemde legaliteitsbeginsel en een onafhankelijke rechtspraak.[1]
Grondrechten
Grondrechten zijn vastgelegd in internationale verdragen en onze grondwet. Zij geven ons als burgers de vrijheid van onze godsdienst, de vrijheid om onze mening te uiten of het recht om te stemmen. Deze vrijheden hebben echter ook een grens. Die grens ligt daar waar de vrijheid van de ene burger de vrijheid van een andere burger aantast. Deze grens leggen we vast in wetten (zie hierna onder wetten en regels).
Scheiding van de macht[2]
De scheiding van de macht betekent dat we een wetgevende macht, een uitvoerende macht en een controlerende macht hebben.
De wetgevende macht ligt bij ons parlement, ook wel onze volksvertegenwoordiging genoemd. De mensen in het parlement zijn door ons als burgers gekozen en zij bepalen samen welke wetten er in Nederland gelden. Deze mensen zijn lid van een politieke partij die bepaalde ideeën voorstaat hoe we in Nederland samen willen leven. Ons parlement bestaat uit de Eerste en Tweede Kamer. De Tweede Kamer bedenkt welke wetten er in Nederland zouden moeten komen. De Eerste Kamer controleert of een wet bijvoorbeeld wel nodig is en of deze is uit te voeren. De Eerste Kamer moet zijn goedkeuring geven om een wet in Nederland te kunnen laten gelden.
De uitvoerende macht ligt bij de regering. De regering wordt gevormd door een deel van de gekozen politieke partijen in de Tweede Kamer die samen de verantwoordelijkheid willen nemen voor de uitvoering van onze wetten en regels. Meestal zijn dit de partijen die bij de verkiezingen van ons de meeste stemmen hebben gekregen.
De regering voert het beleid over ons land, doet voorstellen aan het parlement voor wetten, en voert onze wetten uit. De regering wordt hierin ondersteund door – de ambtenaren van – de Ministeries. Het parlement controleert het werk van de regering en beslist of voorgestelde wetten er komen. Doet de regering zijn werk niet goed, dan kan het parlement de regering hierop aanspreken of zelfs dwingen om op te stappen.
De controlerende macht ligt bij de rechter en het openbaar ministerie. Waar nodig spreekt de rechter op basis van de in ons land geldende verdragen, wetten, regels en gewoonten een oordeel uit over het werk van de overheid of het gedrag van een burger. Het openbaar ministerie heeft de taak om mensen die strafbare feiten hebben gepleegd voor de rechter te brengen. Dit zijn feiten waarvan de wetgevende macht heeft gezegd dat burgers of de overheid daarvoor gestraft mogen worden.
Legaliteit
Het legaliteitsbeginsel is een belangrijk uitgangspunt bij onze wetten, want dit beginsel geeft twee grenzen aan. Ten eerste dat de overheid alleen dingen mag doen als er een wet is die dit toestaat. Ten tweede dat wetten niet met terugwerkende kracht geldig zijn. Dit betekent dat een nieuwe wet niet van toepassing is op iets dat is gebeurd voordat deze wet bestond[3]. Waarom is dit belangrijk? Omdat dit ons de zekerheid biedt dat we altijd weten waar we aan toe zijn. En dat dit ons beschermt voor problemen achteraf.
Onafhankelijk rechtspraak
Als laatste, maar zeker niet minste beginsel van onze rechtsstaat, hebben wij een onafhankelijke rechtspraak. Dit betekent dat de rechters in Nederland niet onder invloed staan van de overheid. Zij zijn voor het leven benoemd en zelfstandig. In hun taak zijn ze wel begrenst. Ze mogen alleen oordelen op basis van de geldende wetten en regels. Zij mogen niet zelf de regels bepalen. Dat is aan het parlement.
Onze Nederlandse maatschappij is gebaseerd op deze beginselen. Zij zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en staan steeds onder druk. Gezamenlijk houden ze vast aan misschien wel het meest fundamentele middel waarmee we onze maatschappij inrichten: wetten en regels.
Wetten en regels
Goed. We leven dus met zijn allen in een rechtsstaat. En in die rechtsstaat gelden wetten en regels. Wetten gemaakt op landelijk niveau of als gevolg van afspraken met andere landen. Afspraken die bijvoorbeeld zijn gemaakt met de landen in de Europese Unie (EU) worden vastgelegd in een Europees verdrag. Hiermee zorgen we voor gelijke rechten voor alle burgers binnen de EU. En een Europees verdrag geldt daarom ook als wet in Nederland.
Maar wat is nu de gedachte achter al die wetten? De Zwitsers-Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau beschreef waarom wij wetten maken in zijn beroemde boek uit 1762 ‘Du contrat social’[4]; het sociaal contract. Rousseau legt uit dat mensen van nature vrij zijn, maar dat wij in ons samenleven voortdurend te maken hebben met macht. In zijn tijd, de achttiende eeuw, hadden bijvoorbeeld de adel en de kerk veel macht.
Macht komt voor Rousseau voort uit kracht. Verlies je je kracht, dan verlies je ook je macht over anderen. Het feit dat kracht je hiermee indirect een recht op macht geeft, dat vond Rousseau vreemd. Het woord ‘recht’ verloor hier wat hem betreft zijn betekenis.
Recht kan ook wel worden vertaald als de vrijheid van iedereen. Vrijheid die je niet met macht zou mogen wegnemen. Om deze vrijheid te garanderen en een samenleving in te richten waarin niemand een ander kan overheersen, kwam Rousseau met het ‘sociaal contract’. Het idee achter dit contract was dat mensen het principe van kracht is macht kunnen doorbreken door hun krachten te verenigen. En daarmee het recht op macht te verenigen. En dus ook ieders eigen vrijheid te verenigen en om te zetten in één gelijke vrijheid van iedereen en een gemeenschappelijke wil. De wil van het volk. De algemene wil. De wil van de samenleving.
Het sociaal contract maakt de wil van de samenleving mogelijk en dwingt af dat mensen in hun doen en laten de behoefte van de gehele samenleving voorop te stellen. Dit kan, en nu wordt het filosofisch, omdat de wil van de samenleving nu de wil is van iedereen. En dus ook van ieder mens. Op dat moment ontstaat ook wat wij de burger noemen. Een burger die handelt ten behoeve van de samenleving en die tegelijkertijd ook de samenleving is.
De algemene wil en zijn eigen handelen hebben beide direct betrekking op hemzelf. Hiermee ontstaat een nieuwe vrijheid, namelijk burgerlijke vrijheid: de vrijheid om over jezelf en ieder ander, mét ieder ander te beslissen.
Voor Rousseau is vrijheid dan ook dat je jezelf de wet kunt voorschrijven; oftewel het sociaal contract. Deze gedachte lag ten grondslag aan de Franse grondwet van 1793, en later ten grondslag aan de Nederlandse Staatsregeling van 1798, de voorloper van onze huidige grondwet.
Tot op de dag van vandaag maken wij tegen deze achtergrond de wetten die onze dagelijkse vrijheden sturen, inkaderen of stimuleren. Door onze verenigde kracht en onze gemeenschappelijke wil, vertegenwoordigd in het parlement en vastgelegd in onze wetten.
Maar wetten zijn nog maar het begin. Hoe we wetten verder uitleggen, op wie ze van toepassing zijn en wie er bijvoorbeeld voor moet zorgen dat wij ons eraan houden is uitgewerkt in regels, zoals besluiten, regelingen en verordeningen. Elke wet is uitgewerkt in nadere regels op landelijk, provinciaal of gemeentelijk niveau. Want ook de provincie en de gemeente hebben verantwoordelijkheid voor het maken van regels. En al deze regels hebben hun startpunt ergens in de wet. Of beter gezegd: in één of meerdere wetten. Want we hebben veel wetten in Nederland en als we die uitwerken komen ze vaak samen. Zo zijn op één en hetzelfde bedrijf bijvoorbeeld meerdere wetten en regels van toepassing, waaronder milieuregels, bouwregels en arbeidsregels.
De verwachting aan ons adres als burgers
Met onze gezamenlijk wil als basis, en wetten en regels als middel, creëren we onze eigen maatschappij. De maatschappij is onze samenleving vervat in onze afspraken.
In de samenleving zijn we mens, in de maatschappij zijn we burger. Burgers met rechten en plichten. Met de mogelijkheid om wetten en regels te maken en de verwachting dat wij deze wetten en regels kennen en naleven.
Dit laatste is echter nogal een uitdaging. We hebben sinds de Staatsregeling van 1798 heel veel wetten en regels gemaakt, bijgesteld of vervangen. En door de ingewikkelde manier waarop wetten en regels met elkaar samenhangen hebben professionals met een juridische opleiding zich al die tijd ingezet om deze wetten en regels zo ‘juist’ mogelijk op te schrijven. Maar dat maakt ook dat het lezen en begrijpen van wetten en regels om een heleboel kennis vraagt. Kennis die de meesten onder ons niet bezitten. Toch vragen wij indirect dat ieder mens deze kennis wel bezit als we zeggen dat iedereen wordt geacht de wet te kennen.
We vragen daarmee van onszelf dat we in de eerste plaats alle wetten en regels kennen en in de tweede plaats dat we deze snappen en begrijpen. Maar laten we eerlijk zijn; niemand kent alle ruim 1700 wetten, 2600 algemene maatregelen van bestuur en 7600 ministeriële regelingen[5]. En ook niet de regels zoals opgesteld door 380 gemeenten, 23 waterschappen en 12 provincies. Of de bijbehorende uitspraken van de rechter die als jurisprudentie de geldende regels uitleggen.
Is het daarmee dan reëel wat we van onszelf vragen? Ja en nee. Zelfs wanneer we er ons best voor doen is het een onbegonnen zaak. We hebben in Nederland duizenden professionals die zich dagelijks bezig houden met onze wetten en regels. Mensen die de wetten en regels maken, die de wetten en regels toetsen en die de wetten en regels toepassen en uitleggen, waaronder ruim 17.600 advocaten[6]. En allemaal zijn ze bezig met een stukje van het totaal.
Dit is ook logisch, want het totaal is teveel voor één iemand om te bevatten. Waarom vragen we dan eigenlijk van onszelf de verplichting om de wet te kennen? Omdat als we dit niet doen onze wetten waardeloos worden.
Zelf begrijpen wat onze rechten en plichten zijn
Als we van onszelf iets vragen wat noodzakelijk is, maar wat eigenlijk onbegonnen werk is, hoe gaan we daar dan mee om? Ja, er zijn heel veel professionals die ons hiermee helpen, maar daarmee voldoen we nog niet aan onze eigen eis dat we zelf de wet kennen. Hoe mooi zou het zijn als we aan deze uitdaging het hoofd zouden kunnen bieden?
Dat we onszelf in staat stellen om ten allen tijde te kunnen weten welke wetten en regels van belang zijn voor ons handelen? Dat we kunnen zien hoe de verschillende regels, volgend uit verschillende wetten, elkaar beïnvloeden in ons dagelijks werk?
Dat onze professionals kunnen zien hoe hun expertise samenvalt met de expertise van anderen in het maken, toetsen en uitleggen van onze wetten en regels? Dat onze professionals die inzichten kunnen gebruiken om onze wetten en regels nog beter op mekaar te laten aansluiten? En dat we daarmee makkelijker aan onszelf kunnen uitleggen welke wetten en regels in een situatie van belang zijn? In duidelijke, begrijpelijke woorden?
Dit zou onze algemene wil, onze verenigde kracht en onze vrijheid écht van ons allemaal maken. Zou dat niet geweldig zijn?!?
Uiteraard komt het bereiken van dit doel niet zonder uitdagingen. Wij hebben een maatschappij gevormd waarin de verschillende onderdelen van ons stelsel rond wetten en regels elkaar in balans houden. En elke verandering kan die balans onder druk zetten.
Maar we moeten dit pad met onszelf bewandelen!
We beschikken nu over mogelijkheden en middelen die we eerder niet voor handen hadden: technologie die ons in staat stelt om het geheel van wetten en regels te omvatten en ons te ondersteunen om de relevante wetten en regels op elk gewenst moment voor ons in kaart te brengen. Als hulpmiddel voor de makers van wetten en regels, de toetsers van wetten en regels, de inzetters en uitleggers van onze wetten en regels, en bovenal als hulpmiddel voor onszelf als burgers.
Een kansrijke toekomst
Het kan. Het kan echt. De basis waarop wij onze maatschappij met zijn wetten en regels met onze algemene wil hebben gebouwd kan nog steeds voor ons allemaal begrijpelijk zijn. We hebben de wil, we hebben de kennis en we hebben de technologie. En de tijd is nu daar om deze met elkaar te verbinden! Door met respect voor elkaar, openlijk onze kennis en kunde te delen en gebruiken om inzicht te bieden in onze wetten en regels. En door deze met de hulp van technologie in gewone taal aan onszelf aan te bieden. Zodat eenieder altijd kan begrijpen wat onze wetten en regels voor hem of haar betekenen. Dit is waar Slimmer met regelgeving voor staat. Voor u en onszelf.
[1]ProDemos, Huis voor democratie en rechtsstaat, “Wat is een rechtsstaat” https://www.prodemos.nl/leer/informatie-over-politiek/wat-is-een-rechtsstaat/
[2] l’Esprit des Lois, Charles Montesquieu, 1748
[3] Er zijn in de praktijk soms uitzonderingen. Dit zijn in de basis geen wetten die iets aan ons verbieden wat eerst wel mocht, en waarvoor wij vervolgens alsnog kunnen worden gestraft door de rechter.
[4] ‘Du contrat social; ou Principes du droit politique’, Jean-Jacques Rousseau, 1762
[5] https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29279-17-b5
[6] Jaarverslag 2017, Nederlandse Orde van Advocaten
Prachtig overzichtsartikel, Reindert, een krachtig manifest ook waar het de mooie strekking betreft. Ik had (en heb) via Art en (daarvoor ook Harrie) al een flinke link met deze beweging, het is duidelijk dat ik me ook wat meer moet verdiepen in alle waardevolle bijdragen op deze site. Groet, Rob.