Wat je van ver haalt is lekker, zeggen ze. Lekker is misschien niet helemaal de juiste term, maar interessant zijn in elk geval de ontwikkelingen op het gebied van toegankelijk maken van wetgeving bij de Australische en Nieuw Zeelandse overheid. In 2018 zijn daar verschillende projecten gestart voor het realiseren van rules as code. Het idee daarachter is dat wetgeving direct vertaalbaar zou moeten zijn naar een executeerbaar formaat of naar digitale diensten, zodat mensen hun rechten en plichten letterlijk kunnen berekenen. Er wordt aangesloten bij al bestaande initiatieven en technieken, zoals het Franse OpenFisca en het platform Data61 CSIRO.
Omdat men beseft dat de mate waarin wetten werken al bepaald wordt in de wordingsfase, heeft de overheidsorganisatie van New South Wales (AUS) een policy lab ingericht waarin ook het ontwerp van beleid en wetgeving onder loep wordt genomen. Een blog van de projectleider geeft een mooie indruk van de visie hierachter:
We’ve embarked on a journey of applying human-centred design thinking to legislation and other rule-making in NSW. It’s an opportunity to rethink and modernise the policy process. We think we can make legislation, regulation and policy easier for the people of NSW to understand and apply. And we can make these rules machine-readable so they can be applied in ways that make them easier to comply with.
Op de website van de Nieuw Zeelandse overheid is een interessant rapport te vinden waarin bevindingen uit de eerste sprints op weg naar rules as code worden beschreven. Constateringen die er uit springen:
- It is difficult to produce machine consumable rules if the policy and legislation has not been developed with this output in mind.
- An effective way of developing such policy and legislation is for multidisciplinary teams of policy analysts, legislative drafters, service designers and software developers to co-design the policy and legislation, taking a user-centric approach that focuses on how the service could most effectively be delivered. In this case, ‘user’ can mean people and technology systems as the end users of machine consumable rules.
(…) - Not all legislation is suitable for machine consumption, but a multi-disciplinary approach will assist in making better rules.
Kortom, een roep om én aanzet tot wendbaar wetgeven en LegOps in optima forma! Rules as code is geen sinecure, vanwege de gelaagde opzet en soms inherente complexiteit van de formuleringen. De multidisciplinaire benadering die down under wordt nagestreefd lijkt echter kansrijk. Tijd voor een studiereis…
Het statement “It is difficult to produce machine consumable rules if the policy and legislation has not been developed with this output in mind.” is nogal problematisch.
Waarom kan een machine niet uit de voeten moeten met regels die niet voor computers zijn gemaakt. En als dat zo is, moeten we dan andere eisen aan regels en rechtvaardigheid stellen, of moeten we misschien zoeken naar andere methoden voor het interpreteren van regels.
In het Australische voorbeeld van CSIRO kun je ook zien wat het probleem is. Als je alleen deontische logica gebruikt om regels te interpreteren (dingen zijn verplicht, verboden of toegestaan) dan laat je een fundamenteel deel van het recht buiten beschouwing.
Een belangrijk kenmerk van het recht is het maken van uitzonderingen en het nemen van maatregelen als regels worden overtreden. Als de maximumsnelheid op een weg 100 km/uur is, dan is het een verplichting om niet harder dan 100 km/uur te rijden. Rijd je 130 km/uur dan is dat een overtreding. Maar je krijgt pas een bekeuring als die overtreding door een bevoegde functionaris wordt geconstateerd. En zelfs als die overtreding is geconstateerd, dan nog kunnen er redenen zijn waarom je toch geen bekeuring krijgt: misschien ben je wel bevoegd om harder te rijden om je met een patient in een ambulance met spoed op weg naar een ziekenhuis bent, of je rijdt in een gewone auto en er is sprake van overmacht, of …
Als je regels alleen beschrijft in termen van plichten, verboden en permissies dan verlies je de mogelijkheid om uitzonderingen goed te modelleren. Het probleem is niet dat regels te ingewikkeld zijn om ze machine readable te maken, het probleem is dat de meeste computer scientist niet snappen, wat juristen als John Salmond, Wesley Hohfeld, John Kocourek en Herbert Hart meer dan 100 jaar lang in toegankelijke teksten hebben uitgelegd. Het recht gaat over relaties tussen personen, en er zijn twee fundamentele soorten rechtsrelaties:
– relaties waarin iemand verplicht is iets te doen voor iemand anders (het deontisch perspectief), en
– relaties waarin iemand bevoegd is iets te doen, met een gevolgen voor een ander (het handelingsperspectief).
Wie wil weten wat regels voor jou betekenen, onder welke voorwaarden jij iets mag doen dat gevolgen heeft voor een ander, of wanneer een ander iets mag doen waar jij last van hebt, dan moet je regels modelleren vanuit en handelingsperspectief. Dat is we doen met de Calculemus-FLINT methode, een bij de IND i.s.m. de Universiteit van Amsterdam ontwikkelde methode die we in het komend jaar met een bijdrage uit het NL DIGIbeter innovatiebudget breder binnen de Nederlandse overheid gaan toepassen.
Het handelingsperspectief om normen te beschrijven heb je nodig om:
– te beschrijven hoe een plicht ontstaat en hoe je er aan kunt voldoen,
– vast te leggen wat je kunt doen als iemand zijn plicht verzaakt,
– gedetailleerd de voorwaarden te beschrijven waaronder een normatieve handeling geldig is (en zo relaties tussen regels inzichtelijk te maken), en
– het resultaat van een normatieve handeling vast te leggen.
Het is goed om je te realiseren dat de voorbeelden waar je naar verwijst regels uitsluitend als deontische verschijnsel modelleren. Het is alsof je computers uitrust met een hamer, en daarom het gebruik van schroeven wilt uitbannen.
Ha Robert,
Dank voor je uitgebreide reactie! Ik denk niet dat het een kwestie van of-of is (dus ofwel de regels anders ontwerpen, ofwel anders interpreteren). Om wettelijke regels goed om te kunnen zetten naar specificaties voor digitale diensten en uitvoeringsprocessen en systemen is beide nodig. Hoe goed je ook kunt interpreteren, afwegingsruimte, open normen en complexe uitzonderingen laten zich nu eenmaal minder gemakkelijk ((te) simpel gezegd) in nullen en enen vangen uiteindelijk. Het zal dus mi. altijd een afgewogen keuze moeten zijn van de wetgever over wat hij wel en niet wil regelen en hoe, waarbij ook het (digitale) uitvoeringsaspect serieus in ogenschouw wordt genomen.
Interpretatie en modellering van ontwerp-wetgeving tijdens het proces, zodat je kunt simuleren en ook beter teruggeven waar het niet goed gaat werken, kan daarbij helpen. Maar dat vraagt dan weer een ontwerpproces waarin daarvoor ruimte is. Dus toch ‘developing rules with the [desired] output in mind’.